Peter Gumbmann, conservatorium-muzikant, zat van 2 september 2000 tot en met 16 mei 2002 vast in Venezuela. Voor ons, familie en vrienden, was dit een enorme schok: zo kenden we Peter niet. —Lang interview met Peter—
Het misdrijfPeter ging gebukt onder heimelijke schuld en verslaving. Nadat hij alles van waarde verkocht had en nog steeds schulden maakte, liet hij zich verleiden om een pakket cocaïne van Isla Margarita naar Amsterdam te vervoeren.
De locatieHet verhaal speelt zich af in voorarrest en de San Antonio-gevangenis, temidden van een bendeoorlog. Deze documentaire geeft een indruk van de sfeer in San Antonio, zoals die was in 2001.
21 seconden beelden uit San Antonio:
Peter vertelt in dit audio-fragment uit 2015 over San Antonio. Mij hoor je "Oh, nee...!" roepen.. ;)
De seconden beeldmateriaal komen uit de genoemde documentaire.
Peter keerde terug, bouwde een nieuw leven op. Tegenwoordig geeft hij lezingen over verslaving. Het publiek van zijn lezingen vraagt regelmatig of hij zijn verhaal ook heeft opgeschreven.
Zo zijn Peter en ik in de zomer van 2015 begonnen met interviews, memoires noteren en uitwerken tot scènes en dialogen.
Het boek "Vast in Venezuela - Agua Verde" bevat géén brieven. Alle gebeurtenissen uit Peters brieven en dagboekfragmenten zijn vertaald naar scènes en dialogen. Net als in een roman. Of een filmscript.
Co-auteur?Peter is een geweldige verteller. Op een podium heeft hij geen co-auteur nodig. Ook kun je geen moment horen dat Nederlands niet Peter's moedertaal is, maar de derde taal die hij in zijn leven leerde. Toch is Peter over zijn schrijfwerk niet tevreden. En dan heb je nog het adagium show, don't tell.
Boeken-maken en artikelen schrijven is in veel vormen op mijn pad gekomen, van lesmappen, keuzegidsen, juridische vakliteratuur tot internet-handleidingen en 'Weerzien' van Guus van Waveren.
Bovendien kende ik Peter's verhaal maar al te goed: ik schreef destijds het blog (web.archive.org) over zijn ‘verdwijning’ aan de hand van de brieven die Peter me vanuit Venezuela stuurde.
Vandaar mijn antwoord ‘natuurlijk!’ op Peters vraag of ik aan zijn boek wilde meewerken.
Oh, en waarom ik mijn Oma's achternaam gebruik als ghostwriter? Het is een heel stuk korter op de kaft ;-)
Peter en ik hebben –met tussenpauzes– bijna 5 jaar aan dit manuscript gewerkt.
Proeflezers, ook ervaren lezers, hebben ons gefeliciteerd met de consistentie, het beeldende verhaal en de sneltreinvaart waarin je het uitleest.
Kritiek hebben we serieus aangepakt. Korter, korter, korter, eenvoudiger.
Waarom hebben jullie de omgeving beschreven? Nou, je kunt zeggen ‘het is eng, vies, smerig en levensbedreigend hier’, en je kunt de omgeving ook visueel beschrijven, de lezer de conclusie zelf laten trekken.
Duizenden typo's en foute leestekens hebben we verbeterd, met tips en advies van Peter's zus Kathrin en Roel Koedijker.
Peter koos Omslag#3 uit de verschillende Omslag-voorstellen:
Het manuscript bevat zo'n 113.000 woorden. Dat waren er 118.000. We hebben bij de allerlaatste herschrijfronde opnieuw veel geschrapt.
Aantal pagina's:In de standaard pocketmaat, A5, met een 11-punts Chaparral Pro, heeft het boek 372 pagina's.
Opmaak?Het zetwerk van de PDF heb ik gedaan in Quark Xpress 9.3. Dat geeft een rustige spatiëring, correcte afbrekingen en ruime mogelijkheid om wezen / weduwen / hoerenjongen te verwijderen. Bovendien heb ik een licentie en 27 jaar ervaring met Quark Xpress ;-)
Kan ik het lezen?Hier kun je pagina 172 en 173 –waarschuwing: scène met gevangenisgeweld– alvast lezen.
ISBN:ISBN 978 90 854 8459 2
Uitgeverij:Uiteraard wil iedereen zijn boek graag publiceren via een Beroemde Uitgeverij. Beroemde Uitgeverijen hebben grote publiciteitsmachines, veel contacten met de pers — èn hebben op hun websites staan: [...] heeft ervoor gekozen geen ongevraagde manuscriptinzendingen meer aan te nemen.
Peter en ik kennen geen mensen die vragen om manuscriptinzendingen, en we weten ook niet hoe je met die mensen, wie ze ook zouden kunnen zijn, in contact zou kunnen komen.
We hebben zodoende gekozen voor uitgeven in semi-eigen-beheer met hulp van Roel Koedijker van GigaBoek.
Interview met Peter
Hilversum, 12 augustus 2020
'Lichtpuntjes van medemenselijkheid, in een gitzwarte wereld van wreedheid en geweld', zo omschrijft een lezer jouw boek. Wat had je op je kerfstok dat je daar, in die Venezolaanse gevangenis, terecht kwam?
Peter: "Ik had me laten verleiden om twee kilo cocaïne in mijn bagage te verstoppen. Op die manier dacht ik de schuld te kunnen aflossen die ik had opgebouwd met mijn cocaïnegebruik."
Waren er geen andere manieren om je schuld af te lossen? Of maakte je deel uit van een drugsbende dat je voor deze onalledaagse methode koos?
Peter: "Het eerste: ik zag geen uitweg meer. Ik had alle mogelijkheden uitgeput, alles van waarde verkocht, zelfs mijn dierbaarste muziekinstrumenten. Ik had leningen genomen, werkte het maximale aantal uren, maar mijn cocaïneverslaving kostte me meer."
Cocaïneverslaving? Klopt het dat jouw familie- en vriendenkring niets van jouw verslaving gemerkt heeft? Dat ze jou zagen als iemand die niets van harddrugs moest hebben?
Peter: "Ja, in zekere zin klopt dat. Ik hield het voor de meeste mensen strikt verborgen. Er waren een paar mensen met wie ik wel eens samen snoof, vaak gepaard met een hoop alcohol, maar we waren overtuigd dat ieder van ons er elk moment mee kon stoppen. Ook ik zelf."
En dat is niet zo?
Peter: "Dat geldt misschien voor sommige mensen, of voor mensen die nog maar kort en weinig gebruiken. Maar voor mij, zeker met mijn aanleg van verslaving in de familie, geldt dat niet. Met het noemen van die aanleg wil ik trouwens geen moment de schuld afschuiven. Zo'n aanleg of voorbeeld is géén excuus om je verslaving niet aan te pakken. Alleen had ik op die leeftijd, ik was destijds 36, dat inzicht nog niet. Ik was overtuigd dat ik er elk moment mee kon stoppen. Op dagen dat ik niet gebruikte had ik een enorme kater, van zowel de coke als de alcohol. En dan was de stap klein om te zeggen: 'Even iets zoeken waarmee ik me voor vandaag wat beter kan voelen.' Op een dag had ik zoveel 'op de pof' gebruikt, dat de dealers waar ik het haalde me voor het blok zetten."
Zo werd je dus aangehouden op het vliegveld van Isla Margarita?
Peter: "Precies, ik werd meteen in de vertrekhal uit de rij gehaald. En daarna, na een ander soort rechtsgang dan we in Nederland kennen, veroordeeld tot tien jaar cel."
In Venezuela betekent dat dagelijks geweld, nauwelijks voedsel en overvolle cellen, zoals in vrijwel heel Zuid-Amerika?
Peter: "Bendes maken er de dienst uit. En in deze gevangenis heerste bovendien een bendeoorlog. Letterlijk de ene kant die de andere kant beschoot. Alle gevangenen die wat hoger in de bende-hiërarchie staan dragen wapens, zelfgemaakte messen, zelfgemaakte pistolen en echte wapens, binnengelaten door corrupte bewaking."
De bewaking treedt daar niet tegen op?
Peter: "Binnen de gevangenis was heel weinig bewaking. Zodra het geweld uit de hand liep, de gevechten te hoorbaar werden of de doden werden ontdekt, viel het leger de gevangenis binnen. Dan werden alle gevangenen in de brandende zon bijeengedreven. Ondertussen deden de militairen dan een halfslachtige poging om in de cellen naar wapens te zoeken. Ik zeg halfslachtig, omdat ze wel urenlang zochten, maar meer plezier leken te hebben in het vernielen van schaarse bezittingen dan in wapens vinden. De ondertitel van het boek —Agua Verde— is ontleend aan die razzia's. Met die kreet waarschuwden de gevangenen voor deze militaire invallen."
Hoe overleef je zoiets?
Peter: "Ik heb heel veel geluk gehad. Heel veel geluk met de steun van mijn ouders, mijn zus, mijn vrienden in Nederland en steun van de handvol bevriende gevangenen in San Antonio, mensen die dezelfde fout als ik gemaakt hadden. Samen filosoferen over het eerste dat je zal gaan eten als je vrijkomt, van iemand een stuk zeep mogen lenen, samen Koot en Bie citeren, dat houdt je op de been. Net als de kaarten en post, die het consulaat langsbracht. Ook heb ik geluk gehad dat mijn gevangenschap relatief kort, 22 maanden, duurde: Venezuela stemde destijds in met repatriëring naar Nederland. Medegevangenen die daar veel langer zaten, zoals Denen, Duitsers en Engelsen, waren er geestelijk en lichamelijk erg slecht aan toe."
Waarom besloot je om jaren na 2000-2002, de periode dat je in Venezuela gevangen zat, een boek over deze periode te schrijven?
Peter: "Ik geef voorlichting en gastcolleges over verslaving. Bij die lezingen krijg ik vaak de vraag 'Kan ik je verhaal ergens nalezen?' Nu zijn er over verslaving heel veel boeken. Ik wist niet of ik daar nog iets aan kon toevoegen. Tot een vriend me erop wees dat ik een boek moest schrijven over de diepe ellende waarin mijn verslaving me gebracht had: moeten overleven middenin een bendeoorlog in de gevangenis op Isla Margarita. Op weg naar huis, na dat bezoek aan die vriend, besefte ik dat ik dat boek niet alleen kon schrijven. Ik heb toen meteen, onderweg nog, Jolie gebeld. Ik wist dat zij me met dit boek kon helpen. Ze schrijft veel en was destijds één van de vrienden die me bleven steunen, die ik kon bellen vanuit de gevangenis en die de geschiedenis als geen ander kende."
Voor wie is dit boek, welk publiek hielden jullie voor ogen bij het schrijven?
Peter: "Allereerst de mensen die vaak om dit boek gevraagd hebben, mijn vrienden, bezoekers van mijn voorlichting en familieleden van mensen die vergelijkbare dieptepunten hebben meegemaakt. Oudere lezers wijzen me er op, dat 'Vast in Venezuela' in elke schoolbibliotheek zou moeten liggen, als waarschuwing voor jongeren, om zich vooral niet te laten verleiden tot dit soort reizen. Toch is het boek absoluut niet geschreven als wijzende vinger. We wilden het eerlijke verhaal vertellen, niet te zwaar, ondanks al het geweld dat er voorviel. Het maakt niet uit of je beroepshalve wèl of niet met gevangenen of verslaafden te maken hebt: je zou het ook kunnen lezen als een ode aan vriendschap onder alle omstandigheden. Maar die mening laat ik graag aan de lezer zelf over."
U mag dit interview overnemen [Word-doc] in uw nieuwsbericht; interviewer: Jolie Fraanje
Online reageren kan in mijn weblog.
Mailen kan via: Jolie en Peter of Peter's website.
© 2000 zie broncode - 2020, Jolie Fraanje en Peter Gumbmann Met dank aan Edwin Martin voor de serverside techniek